250 gram boter
3-4 appels, geschild, zonder klokhuis, in dunne plakjes
450 gram suiker
2 eieren, geklutst
375 gram bloem
1 theelepel bakpoeder
2 theelepels zuiveringszout (baking soda)
3 theelepels kaneel
150 gram rozijnen of krenten
75 gram gebroken walnoten
Verwarm de oven voor op 150 graden Celsius Vet de randen van een ronde taartvorm van 26 cm in met boter en bekleed de bodem met bakpapier.
Laat de boter in een grote pan smelten. Zet de pan van het vuur, doe er eerst de appels, suiker en eieren in en meng dit. Vervolgens doe je er de bloem. zuiveringszout, kaneel, rozijnen, walnoten en bakpoeder door en roer dit tot een gelijkmatig mengsel hebt.
Het beslag is vrij vloeibaar. Giet het in de vorm en zet de vorm in de voorverwarmde oven tot de koek is gerezen en goudbruin. De bovenkant moet soepel terugveren als je er zachtjes op drukt. Baktijd is ongeveer 1 uur en 20 minuten.
Laat de koek voordat je hem stort 15 minuten afkoelen. Versier de bovenkant eventueel met nog wat gehakte walnoten en poedersuiker.
De koek is in de koelkast 3-4 dagen houdbaar en is ook erg lekker om warm, met slagroom of custardvla, te serveren.
Het mengsel klaar om de in vorm te gaan. |
Vers uit de oven. |
Bron: Annabel Langbein, the free range cook, simple pleasures.