500 gram bloem
10 gram zout
30 gram gist
20 à 30 gram basterd suiker
40 gram boter
300 gram rozijnen of vruchtenmix
50 gram fijngehakte sukade
50 gram amandelschaafsel (erdoor of als decoratie erover)
200 gram amandelspijs
2 à3 dl lauw water of melk
Plaats midden in de oven op 210°C, baktijd ± 40 minuten
Los de gist samen met de basterdsuiker op in het water. Doe de bloem in een kom, maak hierin een kuiltje. Doe hierin het water met de gist en de suiker en de boter. Kneed nu het deeg tot een elastische bal. Deze bal in een kom doen, afdekken met een vochtige doek en in een lauwwarme omgeving 45 minuten laten rijzen.
Doe nu de gewassen rozijnen of vruchtenmix en de fijngemaakte sukade en eventueel het amandelschaafsel erdoor. Voeg het zout toe en kneed nogmaals goed door.
Rol nu uit tot een lap en leg hier de rol amandelspijs (aangemaakt met een losgeklopt ei) in, en vouw hem dicht. Als je hem in een broodblik bakt, doe dan de naad naar onder. Als je hem als vloerbrood bakt, kan de naad ook aan de zijkant, zodat je een stol krijgt.
Breng voor de decoratie het amandelschaafsel aan.
Laat hem nu onder een vochtige doek 30 minuten narijzen.
Bak het brood in een voorverwarmde oven.
Recept afkomstig van molen de windotter in IJsselstein.
Zelf heb ik de helft van het amandelschaafsel erdoor gedaan en de rest op het brood. Ook heb ik er wat kardemompoeder door gedaan.