Jan in de zak

Jan in de zak

200 gram boekweitmeel

200 gram bloem

25 gram verse gist

3 dl lauwe melk

1 ei

Zout

100 gram rozijnen

75 gram krenten

Stroop of boter en bruine basterdsuiker

Doe zowel het boekweitmeel als de bloem in een grote kom, maak een kuiltje waarin de gist gebrokkeld wordt, giet de lauwe melk er beetje bij beetje op en maak al roerend een glad beslag. Daarna gaat het ei en het zout erdoor en op het laatst de krenten en rozijnen.

Als de deegbal loslaat, kneedt u hem op een met bloem bestoven werkblad nog even verder. Dek de bal af met een natte theedoek en laat hem 1 uur rijzen op een warme plek.

Bestrooi een uitgespoelde, uitgewrongen linnen doek met wat bloem (katoenen sloop werkt ook prima). Leg het deeg erin en koop de doek losjes dicht, zodat het deeg ruimte heeft om te rijzen.

Kook het water, leg een schoteltje op de bodem van de pan en leg daar de deegzak op. Deksel erop en 2-2½ uur laten koken, dan moet het gerecht gaar zijn.

Haal de Jan uit de zak, laat hem even drogen, en snij er plakken van.

Serveer de Jan met vloeibare stroop of met boter en bruine suiker.

Ik heb er zelf geen krenten ingedaan alleen rozijnen, en dan 175 gram. Ik heb er wel wat extra bloem door geroerd en kneden op een werkvlak was onbegonnen werk. Daar is het deeg te kleverig voor.

 Het deeg is gemengd en klaar om te rijzen

 Na een uur te hebben gerezen is het volume goed toegenomen.

 Zo komt hij gekookt uit de sloop vallen. Het witte is wat teveel meel aan de binnenkant van de sloop.

Het eerste sneetje gesneden.